Martinair DC-8 verongelukt bij Colombo (Sri Lanka)
Op 4 december 1974 crasht Martinair DC-8 PH-MBH op weg naar Jeddah door een navigatiefout vlak voor de landing op Colombo. Er zijn 191 doden.
Toedracht Het vliegtuig Inzittenden
Woensdag 4 december 1974
De Martinair DC-8 PH-MBH is onder vluchtnummer MP138 op weg van Surabaya (Indonesië) naar Jeddah (Saudi Arabië). De vlucht maakt deel uit van een groot chartercontract tussen Martinair en Garuda om Indonesische bedevaartgangers naar Mekka te vervoeren.
Aan boord is een bemanning van 9 personen (3 cockpit en 6 cabincrew) en 182 Indonesische pelgrims die Mekka als eindbestemming hebben. Op het vliegveld Bandaranaike van Colombo (Sri Lanka) zal een tussenlanding worden gemaakt om bij te tanken.
Tijdens de naderingsprocedure, om 16.44 u. UTC bericht de bemanning de verkeersleiding dat men zich op ca. 14 mijl van het vliegveld bevindt. De DC-8 krijgt daarop toestemming te dalen naar 2000 voet, en verneemt dat runway 04 de vermoedelijke landingsbaan wordt. Men moet zich weer melden op het moment dat het vliegtuig over het baken KAT vliegt of het vliegveld in zicht krijgt. (De vliegveldapparatuur die zelf de positie van naderende vliegtuigen altijd controleert, is op deze dag buiten werking). Lamme bevestigt de boodschap van Air Traffic Control en volgt de instructies om verder te dalen. Korte tijd later slaat de PH-MBH, op ca. 40 mijl ten oosten van Colombo, met een snelheid van 400 km/u te pletter tegen de 4355 voet hoge Anjimalai, een berg in het Zeven Maagdengebergte. Het toestel wordt totaal vernield. Alle inzittenden komen om het leven.Het ongeluk gebeurt in een onherbergzaam, moeilijk bereikbaar gebied en onder slechte weersomstandigheden. Daardoor wordt een bergingsoperatie zeer bemoeilijkt. Als de bergers de plaats van het ongeval bereiken, blijkt er overigens niets meer te redden.
Het onderzoek naar de oorzaak van het ongeluk
Uit het onderzoek naar de oorzaak van het ongeluk blijkt dat de crash te wijten is aan een navigatiefout. De bemanning heeft de instrumenten van het vliegtuig verkeerd geinterpreteerd en vloog in werkelijkheid veel lager dan gedacht. Op enig moment meende men reeds op ca. 14 mijl afstand van het vliegveld te zijn (zie de tekst bij de toedracht), terwijl de werkelijke afstand nog enkele tientallen mijlen was. Daardoor werd te vroeg de daling ingezet.
De oorzaak van dit fatale misverstand was gelegen in het feit dat de verongelukte DC-8, in tegenstelling tot de andere toestellen van dit type, beschikte over een afwijkend type navigatieradar. Deze radar had een andere schaalverdeling dan het gebruikelijke instrument. Aan boord was de handleiding voor het type dat in alle andere verkeersvliegtuigen van Martinair was ingebouwd.
Hoewel het ongeval hiermee wel verklaard kan worden, blijft de uiteindelijke oorzaak een (menselijke) navigatiefout. De bemanning had zich van de afwijkende instrumenten moeten vergewissen.
De PH-MBH, een Douglas DC-8 van het type 55CF was in 1965 gebouwd door de Douglas Aircraft Company in Californië en droeg constructienummer 45818. In september 1973 werd het vliegtig door Martinair gekocht van Seaboard World Airways, waar het de registratie N802SW had gedragen. Op 21 september 1973 werd de DC-8 onder nummer 2064 ingeschreven in het Nederlands Luchtvaartuigregister.
Het verongelukte vliegtuig was uitgerust met vier Pratt & Whitney JT3D-3B straalmotoren en had, ten tijde van het ongeval, 35613 vlieguren gemaakt.
De bemanning bestond uit 9 personen, t.w. H. Lamme (gezagvoerder), R. Blomsma (tweede piloot), J.G. Wijnands (boordwerktuigkundige), de dames Ingrid van der Vliet (1e stewardess), Hetty Borghols, Titia van Dijkum en Riekje van Hamburg (allen stewardess), Lilik Herawati (Garuda stewardess) en de Abdul Hamid Usman (Garuda steward).
De 182 passagiers waren alle van Indonesische nationaliteit en als pelgrim op weg naar Mekka om daar ter bedevaart tegaan.
Persoonsgegevens
Henk Lamme (58) was gehuwd, had twee kinderen en woonde in Bilthoven. Hij was, conform de regels, op zijn 56e jaar gepensioneerd als vlieger bij de KLM en nu werkzaam als free lance vlieger. Lamme was een zeer kundig en ervaren vlieger die o.a. in de Tweede Wereldoorlog op een Catalina vliegboot van de MLD op Ceylon (nu Sri Lanka) had gevlogen.
Robert Blomsma (33) was gehuwd en woonde in Heerhugowaard.
Johan G. (Joop) Wijnands (48) was gehuwd en had twee kinderen. Hij woonde in Zandvoort.
Ingrid van der Vliet (29) gold als "het visitekaartje" van Martinair en vloog ook als stewardess op de Koninklijke Fokker F.28 de PH-PBX. Koningin Juliana was zeer op haar gesteld.
Van de zeven omgekomen Nederlandse bemanningsleden kon uiteindelijk slechts het lichaam van stewardess Riekje van Hamburg (25) worden geïdentificeerd. Haar stoffelijk overschot werd daarom als enige naar Nederland overgebracht, en op 16 december 1974 begraven in Wassenaar. (Voor zover bekend zijn alle andere stoffelijke resten ter plaatse begraven).
Op 17 juni 2006 werd door een vereniging van nabestaanden op het terrein van het Luchtvaartthemapark Aviodrome in Lelystad in besloten kring een plechtige herinneringsbijeenkomst gehouden, waarna op het buitenterrein van de Aviodrome (achter het Schiphol-1928 gebouw) een gedenkteken werd onthuld (zie foto).
Deze plechtigheid was tevens de laatste herdenking van nabestaanden in georganiseerd verband .