De Ooievaar verongelukt in Bangkok

KLM Fokker F.VIIb PH-AFO verongelukt te Bangkok op 6 december 1931

Toedracht Het vliegtuig Inzittenden Post

 

De ramp met de Ooievaar

Na de start in Bangkok verongelukt de Ooievaar door een openstaand ventilatieluik boven de cockpit. Hierdoor krijgt het toestel geen lift, komt niet los van de grond, en slaat te pletter tegen een dijkje in een rijstveld. Er vallen 5 dodelijke slachtoffers waaronder piloot Wiersma.

Op 4 december 1931 start de KLM Fokker F.VIIb PH-AFO "Ooievaar" in Bandoeng voor de 51e terugvlucht van Nederlands Indië naar Nederland. Bangkok is op deze reis een van de etappeplaatsen.

Komende uit Alor Star, landt de Ooievaar op 5 december rond 14.00 u. zonder problemen in Bangkok, waar de vierkoppige bemanning en 3 passagiers Sinterklaasavond bij kaarslicht doorbrengen in de mess van het primitieve (militaire) vliegveld Don Muang, 20 km ten noorden van Bangkok. Zij stappen de ochtend van 6 december aan boord voor het volgende traject naar Rangoon.

Om 05.45 u start de Ooievaar, rolt normaal over het veld, maar komt niet los van de grond. De Siamese startofficier Nai Dab Deng Pananol ziet boven de cockpit een luik openstaan en steekt een wijzende hand op. Dit wordt door de bemanning mogelijk voor een groet aangezien, want er wordt geen actie ondernomen en de Ooievaar taxiet door en rijdt na een (abnormaal) lange aanloop met het landingsgestel tegen een dijkje, waardoor de constructie afbreekt . De machine valt op haar buik, schuift door en boort zich met de neus in een 2e dijkje, waarbij de middenmotor de cockpit binnendringt. Het toestel slaat over de kop in een rijstveld en wordt volledig vernield.

2e piloot Van Onlangs en bwk Kotte vinden, evenals 2 passagiers onmiddellijk de dood. Gezagvoerder Wiersma en passagier Brinsmead zijn zwaar gewond. Wiersma sterft enkele uren later. Marconist van Zadelhof wordt slechts licht gewond. Overigens zou hij 3 jaar later zelf ook (met de Uiver!) bij Ruthbah Wells verongelukken.

De Nederlandse commissie die de ramp onderzoekt rapporteert later o.m. het volgende.

Het cockpitluik was niet goed vergrendeld geweest en is daardoor opengeklapt tijdens het taxiën. (Conform een stellige verklaring van de Siamese onderzoekscommissie was het luik zelfs al voor de aanloop opengegaan). Daardoor zou de luchtverdeling om de vleugel niet goed zijn verdeeld met als gevolg dat het toestel onvoldoende lift kreeg, en dus niet los kon komen. Desastreus had dit echter niet hoeven te zijn: toen het toestel niet loskwam was er ruim voldoende tijd om de motoren te stoppen en het vliegtuig tot stilstand te brengen.
Om onnaspeurbare redenen is men echter veel te lang doorgegaan met de take-off run. De Ooievaar had, bij de gegeven (volle) belasting reeds na 300 meter los moeten komen. In werkelijkheid heeft het vliegtuig 1600 m. afgelegd alvorens uiteindelijk te verongelukken.

Uit medische bronnen was voorts gebleken dat gezagvoerder Wiersma tijdens deze reis een ernstige psychische depressie had. De onderzoekscommissie neemt aan dat deze depressie de oorzaak is geweest van de beoordelingsfouten m.b.t. het veronachtzamen van het openstaande luik, en het niet tijdig afbreken van de start.

Mogelijk was de belading niet goed gestuwd geweest. Het meenemen van een 3e passagier (normaal was 2 passagiers) had men weliswaar gecompenseerd door minder benzine mee te nemen, maar daardoor moest de werktuigkundige in de cabine op de grond zitten. De stuwing van de belading heeft echter geen invloed gehad op het ongeval.

 

Wel heeft Wiersma zich op enig moment de komende botsing met het dijkje gerealiseerd. Hij sloot beide buitenmotoren af, maar had geen tijd meer de middenmotor uit te zetten. De romp van het vliegtuig met nog 1 werkende motor en de staart naar beneden, ging met grote snelheid (en zonder afgebroken landingsgestel) voorwaarts, zo vermeldt het rapport van de Siamese Commissie die dit ongeval onderzocht.

 

Vermeldenswaard is nog, dat de Ooievaar al eerder, op 19 februari in datzelfde jaar, bij een noodlanding te Popelin (toenmalig Tsjecho Slowakije) onder gezagvoerder Frijns over de kop sloeg. Het toestel kon toen worden gerepareerd.

Naar begin


Het vliegtuig

 

een Fokker F.VIIb zoals de Ooievaar er een wasDe F.VIIb was Fokkers bestverkochte vooroorlogse verkeersvliegtuig, mede of vooral door grote successen, zoals de recordvlucht van Charles Kingsford Smith met de Southern Cross. De KLM F.VIIb's waren uitgerust met 3 Gnome-Rhone Titan stermotoren van 230 pk elk. De kruissnelheid bedroeg 195 km/u, het maximum startgewicht 5150 kg (later verhoogd naar 5250 kg) en het vliegbereik 850 km.
De KLM heeft in totaal 10 toestellen van dit type in de vloot gehad. Op de Europese lijnen vervoerden zij 8 passagiers, maar op de vluchten naar Indië waren dat er slechts 4. Een noviteit van de F.VIIb was dat er een radio aan boord was, zodat een telegrafist als 4e lid aan de bemanning werd toegevoegd.

De vernielde PH-AFO "Ooievaar" had Fokker fabrieksnummer 5236, werd op 11 oktober 1930 onder nummer 41 ingeschreven in het Nederlandse Luchtvaartuigregister en kwam op 19 oktober bij de KLM in dienst. Op 1e kerstdag, 25 december 1930 startte zij haar eerste reis (vlucht 25) naar Nederlands-Indië onder gezagvoerder Tepas. Ook op deze reis was Jan van Onlangs de 2e piloot. Op het moment van het ongeluk was de totale vliegtijd van de PH-AFO 765 uur.

Naar begin


Bemanning en passagiers

Aan boord bevonden zich 4 bemanningsleden en 3 passagiers.

De bemanning bestond uit Thaeke Wiersma (gezagvoerder), Jan van Onlangs (2e vlieger), G. van Zadelhoff (marconist) en J.F.W.O. Kotte (boordwerktuigkundige). Van hen overleefde alleen van Zadelhoff, die licht gewond raakte, de ramp.

De passagiers waren de heren A. Borg (Ned), Kolonel Brinsmead (Eng) en C. Baudart (Fr).
Van hen overleefden Borg, (een vertegenwoordiger van een parfumeriefabriek op weg naar Rangoon) en Baudart, (architect gemeentewerken in Bangkok met Marseille als bestemming), de ramp niet.

 

Persoonsinformatie

Thaeke Wiersma (32) was geboren in Sneek, was gehuwd en had 2 jonge kinderen. Hij was een ervaren piloot die zijn brevet haalde op 7 juni 1922 en dus al 9 jaar vloog. Op 1 mei 1928 kwam hij in dienst van de KLM. Dit was reeds zijn 6e reis naar Nederlands Indië, waarvan de 2e als gezagvoerder. Daarnaast had hij sedert zijn aanstelling op allerlei Europese lijnen voor de KLM gevlogen.

Jan van Onlangs (29) was verloofd en wilde spoedig trouwen. Aanvankelijk luitenant-vlieger te Soesterberg, trad hij op 1 mei 1929 in dienst bij de KLM en had er reeds 4 Indiëreizen als 2e vlieger opzitten. Zijn droom was om een vlucht naar West-Indië te maken. Dat is er helaas niet van gekomen. (In 1934 zou Hondong met de Snip de eerste KLM vlucht naar West-Indië maken).

G. van Zadelhoff, verloofd, was radio-telegrafist van Radio-Holland.

J.F.W.O. Kotte was gehuwd en had 1 kind. Hij was sinds 6 jaar als technicus in dienst van de KLM. Dit was zijn 5e reis naar Indië

 

het graf van Wiersma op ZorgvliedDe stoffelijke overschotten van de omgekomen bemanning werden, na eerst in Bangkok begraven te zijn geweest, met de "Kota Nopan" van de Rotterdamsche Lloyd naar Nederland overgebracht en op 1 februari 1932 ter aarde besteld.

Wiersma is begraven op begraafplaats Zorgvlied aan de Amsteldijk in Amsterdam. Het graf bestaat nog steeds.

Kotte en van Onlangs werden op de Algemene begraafplaats Crooswijk te Rotterdam begraven in grafnummers 167 resp. 2543.

foto Rutger Booij 2006 Het graf van Van Onlangs heeft een prachtig monument dat verwijst naar deze ongeluksvlucht. Het graf van Kotte is mogelijk geruimd.

 


De overlevende, doch zwaargewonde Colonel Brinsmead was directeur van de Australische luchtvaartdienst. Hij was in Alor Star aan boord gestapt na daar gecrasht te zijn met het Australische postvliegtuig "Southern Sun". Hij overleefde dit ongeluk en vervolgde zijn reis dus met de KLM-Ooievaar, met welk vliegtuig hij voor de 2 keer zou verongelukken.

Naar begin


Vervoerde post

Ramppost van de OoievaarBij de start in Bangkok had de Ooievaar niet alleen de reguliere post uit Nederlands Indië aan boord, maar had zij ook kerstpost uit Bangkok zelf bijgeladen. Dat was post die door overstromingen geruime tijd niet weg had gekund. Het toestel had daardoor extra veel, nl. 250 kg (crashpostfilatelist Six van Oterleek noemt 209 kg) post aan boord. Door de ramp gingen 2 postzakken uit Medan (1 voor Amsterdam en 1 voor Bagdad) verloren. 183 kg post kon worden gered. Deze geredde post is later met de KLM F.XII PH-AFV "Valk", die op 11 december uit Bandoeng was vertrokken, naar Amsterdam gebracht, waar dit toestel op 21 december aankwam. Deze "ramppost" is filatelistisch zeer gewild en kostbaar.

 

Naar begin

Naar hoofdpagina